woensdag 18 december 2013

Kerstmuziek



Er zijn maar weinig zaken waar ik het in het leven werkelijk niet goed mee kan vinden. Mosselen, verlichte rendieren in tuinen en sneeuw, daarmee zijn we er wel zo’n beetje. Maar er is nog iets waar ik niet van hou, en dat me van alle kanten aanvalt dezer dagen. Dat is kerstmuziek.

Zodra ik de eerste sleebellen hoor op de radio, ergens halverwege november, slaak ik mijn eerste diepe zucht. Als ik de kerstreclame van Sky Radio zie zucht ik twee keer. En als Chris Rea nog steeds niet thuis blijkt voor kerst, gaat de radio resoluut op een andere zender. Voor één plaat wil ik nog wel een uitzondering maken, en dat is die van Mariah Carey. Maar dan wel alleen midden in de zomer, als je net eindexamen hebt gedaan en in de kelder van discotheek New York met een jongen staat te flirten.

Waar het vandaan komt weet ik niet. Weliswaar was kerst vroeger niet altijd even leuk, maar Festen-achtige taferelen hebben zich bij ons thuis nooit voorgedaan. Toen ik klein was lagen er zelfs regelmatig cadeautjes onder de boom. Jaren heb ik met een biertje in de hand vrolijk staan mee feesten tijdens de Hengelose kerstmiddag op 24 december. En in tegenstelling tot alle andere dagen van het jaar, blijkt sneeuw met kerst eigenlijk heel mooi. Dus ook ik sta voor een raadsel.

Sinds een paar jaar sleurt Serious Request me door deze muzikaal moeilijke tijd. Het aantal kerstplaten in deze oneindig durende radioshow valt te overzien. En zeker als Coen Swijnenberg daar aan meedoet, zoals dit jaar weer, overzie ik al gauw nagenoeg al het andere. Bovendien bewijst het duo Smith & Burrows dat een kerstplaat ook heel anders kan klinken. Geen bellen en geen rendieren, maar een onvervalste en bovendien zeer herkenbare eindejaarsmelancholie. Ik vermoed dat de mannen zeker net zoveel van kerstmuziek houden als ik.

Of het gewoon heel anders aanpakken, dat kan natuurlijk ook. Sinds mijn middelbare schooltijd begint kerst niet voordat het kleine jongetje in het King’s College Choir  uit Cambridge ‘Once in Royal David’s City’ heeft gezongen bij de BBC. Wat er verder aan nachtmissen en gerechten nog wordt opgediend doet niet meer ter zake, want dát hoogtepunt valt niet te overtreffen. Ook alle andere carols zijn goedgekeurd, en natuurlijk het onvolprezen Weihnachtsoratorium van Bach.

Nog even doorbijten. Over een week om deze tijd zit het kerstdiner er alweer op. Zijn de eerste verlichte herten overleden aan de gevolgen van kortsluiting. En gaan de bellen van de arrenslee langzaam weer richting Noordpool. Ik kan niet wachten.

woensdag 11 december 2013

Gezien: La grande bellezza



Jep Gambardella leeft in een wereld waar de Gooische matras niets bij is: iedereen kent iedereen, er zijn altijd feestjes en de één vindt zijn laatste acteerprestatie vanzelfsprekend interessanter dan het meest recente boek van de ander. Die dat ook weer vindt. Rome is het oogverblindende decor waarin de zon opgaat en weer onder, en er weer een dag van Jep tussen de Romeinse jetset verstrijkt. Maar Jep wordt 65 en vraagt zich af of dit alles is. En of dat uiteindelijk niet geldt voor alle mensen om hem heen.

Mijn buitenlandse lievelingsstad zal wel altijd Berlijn blijven, maar Rome komt op een goede tweede plaats. De stad die ik leerde kennen op excursie met de vierde klas van het gymnasium. Waar de paus slechts door er te zijn al bijna een schisma in mijn familie veroorzaakte. Waar mijn stadsplattegrond werd gejat in nota bene de Sint Pieter. Dezelfde Sint Pieter waar ik een paar jaar later een concert gaf met een volstrekt atheïstisch orkest uit Berlijn. En waar ik een klein jaar geleden aan een diner zat onder leiding van een RAI-baas, die bepaald niet heimelijk zat te lonken naar een Roemeense journaliste. Die stad dus.

Een stad waar het dertigersdilemma kennelijk ook niet geruisloos voorbijgaat, al gaat het in deze film dan om de happy few van middelbare leeftijd en ouder. Zelfs in die omgeving, met mensen die alles al hebben, duikt de vraag op waar het nou eigenlijk over gaat, het leven. Een vraag die deels wordt beantwoord met scenes die ik nauwelijks begreep. Maar de melancholie van Jep’s levenslange zoektocht naar de grote schoonheid – want dat betekent la grande belezza vrij vertaald – voelde ik dan weer wel.

De beelden van die mooie stad versterken die melancholie. Alle bekende en minder bekende plekken van belang komen terug in de film. Altijd even mooi uitgelicht. En vaak volstrekt leeg. Een blik die je als toerist eigenlijk nooit is gegund.

Ten tweede is daar de muziek. Regisseur Paolo Sorrentino heeft veel tamelijk sacrale muziek uitgekozen, van componisten als Arvo Pärt en John Tavener. Daar stelt hij in andere scenes geremixte Italiaanse discoklassiekers tegenover. Alsof de muziek het ene moment die melancholie is, en het andere moment de vlucht daarvoor.

Waarom er opeens een legioen flamingo’s op Jep’s balkon zit? Of een oude non zo nodig met blote knieën de trap van de Sint Jan van Lateranen op moet? Het is me niet duidelijk geworden. Maar dat zelfs een leven lang feesten op de mooiste plaatsen en tussen de hipste mensen ook niet op alle vragen een antwoord geeft, dat dan weer wel. Een 8,5. 


maandag 2 december 2013

Gelezen: Post voor mevrouw Bromley



John Patterson woont met zijn vader in een arme wijk van Londen als in augustus 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbreekt. Zijn jeugdvriend Martin Bromley probeert hem over te halen om met hem in dienst te gaan, maar het enige dat John wil is lezen en studeren. Terwijl Martin naar het front vertrekt blijft John achter in Londen, maar dat blijkt niet eenvoudig: ook daar is de oorlog, en steeds meer mensen vragen hem waarom hij niet met zijn leeftijdsgenoten meevecht aan de Somme. De brieven die zij naar huis sturen worden door zijn vader, die postbode is, bezorgd. Net als die nog grotere stapel formulieren waarin hun dood wordt medegedeeld. Het zijn die brieven en die formulieren, in het bijzonder die voor de moeder van zijn vriend Martin, waar John zich op zeker moment op geheel eigen wijze over ontfermt. 

De Eerste Wereldoorlog leerde ik pas kennen als tiener op vakantie met mijn ouders in Vlaanderen. We stonden in Ieper, dat als herbouwdemiddeleeuwse stad met zijn Menenpoort één groot monument tegen de zinloze verwoesting van die oorlog is. Nog weet ik dat ik het niet kon geloven toen mijn vader vertelde dat er op de akkers in de Westhoek nog ieder jaar granaten, geweren en menselijke resten worden opgegraven tijdens het ploegen.

Onbekend maakt onbemind. Ten onrechte denk ik, want wie het verhaal van de Eerste Wereldoorlog niet kent, snapt ook niet waar de Tweede vandaan kwam. Bovendien werd die zinloze strijd zo dichtbij huis uitgevochten dat ze in Nederland het gerommel van het front konden horen als de wind de goede kant op stond. 

In deze roman van Stefan Brijs komt die oorlog heel dichtbij. Op sommige pagina’s kan je het front bijna ruiken. En de angst van de Londenaren tijdens een bombardement is haast voelbaar. Het boek werpt bovendien de vraag op of in liefde en oorlog inderdaad alles geoorloofd is. Wat John met de post doet kan niet. Maar is niet hij ook een slachtoffer van de situatie? Zijn uiteindelijk niet alle hoofdrolspelers dat, linksom of rechtsom?

Sommige boeken lezen als een boterham, en dit is er één van. Als geschiedenisboek, maar bovenal als een prachtige roman. Een 8,5.

Stefan Brijs
Post voor mevrouw Bromley
506 pagina’s. Uitgeverij Atlas. ISBN 978 90 450 1984 0