Ik las de tv-gids toen ik in de verte het gerommel hoorde.
'Is een vliegtuig', zei mijn vader.
Raar vliegtuig, dacht ik nog.
En toen kwam die knal.
En die wolk.
En beefde de aarde.
En begon het zonnescherm te
klapperen door de luchtdrukverplaatsing.
En kwam de badkamerlamp naar
beneden.
En was er zoveel rook dat het de hele dag niet meer licht werd.
En kwamen de dramatische radioberichten uit Enschede, dat eruit zou
zien als een oorlogsgebied.
De vuurwerkramp is 15 jaar geleden.
Maar de beelden, geluiden en de geur zijn nog net zo scherp als toen.
Net als het licht van de zon.
Toevoeging 13 mei 2020: dit is een 'nieuwe' foto van het rampgebied, gemaakt door Gerrit Bultman. De hele serie is hier te zien.
Bijna 2500 kilometer lang is-ie, de bergketen met de naam
Appalachen, die loopt van Alabama in de Verenigde Staten tot Newfoundland in
Canada. Uit de verhalen en foto’s van mensen die de Appalachian Trail hebben
gewandeld blijkt dat het er paradijselijk mooi moet zijn: uitzichten over
bergtoppen en dennenbossen worden afgewisseld met beelden van meren en
watervallen. Na afloop van uitvoeringen van de Appalachian Spring kwamen kenners van het gebied dan ook regelmatig
naar Aaron Copland (1900 – 1990) toe: ‘Bedankt meneer Copland, zoals u het
gecomponeerd heeft, zo is het precies.’
Copland zal er inwendig wel om gelachen hebben. Want anders
dan de naam doet vermoeden heeft het stuk niets met de Appalachen te maken. De
oorsprong ervan ligt bij choreografe Martha Graham. Zij stuurt Copland in 1942
de aanzetten voor een nieuw ballet met de vraag of hij er muziek bij wil
schrijven.
Copland gaat ermee aan de slag en componeert de muziek in
Hollywood, Mexico en Massachusetts. In 1944 is hij klaar en overhandigt Graham
het stuk met de naam ‘Ballet for Martha’. Zonder haar initiatief was het er
immers nooit gekomen. Als Copland Graham ziet bij de laatste repetitie van het
stuk, in oktober 1944, ziet hij dat ze de naam veranderd heeft in Appalachian Spring. ‘Waarom heb je dat
gedaan?’, vraagt Copland. ‘Ik werd geïnspireerd door een gedicht dat niets met
het ballet te maken heeft. Ik vond het zo mooi klinken’, antwoordt Graham.
In het ballet staan de Amerikaanse pioniers uit de negentiende
eeuw centraal. Ze vieren feest nadat ze ergens in Pennsylvania een boerderij
hebben gebouwd. Een specifiek element dat verwijst naar die tijd is het
Amerikaanse volksliedje ‘Simple Gifts’ dat meermaals terugkomt in het stuk.
De oorspronkelijke versie van Appalachian Spring is geschreven voor 13 instrumenten: meer mensen
pasten er niet in de orkestbak van het theater waar de première zou plaatsvinden.
Vanaf 1945 bewerkt Copland het stuk een aantal keer zodanig, dat het ook
uitgevoerd kan worden door een heel orkest. Iets dat Copland niet kon vermoeden
toen hij in 1943 aan het componeren sloeg: ‘Toen dacht ik aan niets anders dan
aan een ballet. En of de muziek daarvan daarna nog een eigen leven gaat leiden
is altijd maar afwachten. Inmiddels zijn er twee versies, die van het ballet en
die voor het orkest. En ik hou van allebei evenveel.’
Appalachian Spring, uitgevoerd in kleine bezetting door de jonge musici van Sydney Camerata
Eerder verscheen deze tekst in het programmaboekje van het voorjaarsconcert van Kamerorkest Pulcinella uit Utrecht.
Er is nogal wat aan de hand in de tuinen van Spanje. Dat
gevoel bekruipt de luisteraar bij het horen van Noches en los jardines de España van de Spaanse componist Manuel de
Falla (1876-1946). Er groeien rozenstruiken, jasmijn en sinaasappelbomen. Maar
in het hoofd van de componist groeien ook distels, puntige takken en lange
schaduwen als de avond valt.
Het is 1909 als Falla in Parijs de eerste noten van de Noches op papier zet. Falla komt oorspronkelijk
uit Andalusië, maar het Alhambra, waar het eerste deel van het stuk over gaat,
heeft hij nog nooit gezien. Wel is hij gegrepen door een boek dat hij voor een
paar francs gekocht heeft bij een kleine Spaanse boekhandel in Parijs. ‘Granada
– Guía emocional’ heet het en hij leest het in één nacht uit. Volgens de
schrijfster van dat boek wordt in die nacht de basis voor de Noches gelegd: ‘De volgende ochtend
ontwaakte tegelijk met hem zijn inspiratie. De raderen begonnen te draaien en,
hoewel ze verward en angstig klonken, dáár kwamen de melodieën van één van zijn
beste werken, de Noches en los jardines
de España. En ze lieten hem niet meer los.’
Dat laatste klopt in ieder geval. Want de eerstvolgende
jaren blijft Falla werken aan zijn Noches.
Tussendoor vlucht hij bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog van
Frankrijk terug naar Spanje. Kennelijk gaat dat met grote haast, want het
gerucht gaat dat hij onderweg zijn toupet verliest. Na wat omzwervingen komt Falla
uiteindelijk in Sitges terecht, de kustplaats bij Barcelona. Daar legt hij in
1915 de laatste hand aan het stuk. De eerste uitvoering ervan is op 9 april
1916 in Madrid.
Falla neemt de luisteraar mee naar drie tuinen in Spanje. De
reis begint in de Generalife, de tuin bij het Alhambra in Granada. En hij
eindigt in een tuin in de bergachtige streek rond Cordoba. De tuin daar
tussenin is niet te herleiden tot een geografische plek.
Hoe lieflijk de eerste gedachte aan een Spaanse tuin ook mag
zijn, zo’n plek is het niet voor Falla. In de Generalife heeft de avond iets
onheilspellends. De ondergaande zon zet de bloemen en struiken in het
avondlicht, maar tegelijk zijn hun geuren zwaar en lijkt er een onrustige nacht
in aantocht. In de tweede tuin is die nacht gevallen. Wolken jagen langs de
hemel en de waanbeelden van de nacht buitelen over elkaar heen. In de loop van
het derde deel keert de rust terug. De piano zingt steeds vaker en zekerder
haar eigen lied, de gejaagdheid verdwijnt. Maar wie het bergachtige landschap
rond Cordoba kent weet dat ook de opgaande zon er geen lieflijk panorama in de
ochtendnevel van maakt.
Falla zelf zei over de Noches,
die hij beschouwde als een serie symfonische schetsen: ‘Ik heb de muziek voor
geen ander doel gecomponeerd dan het oproepen van plekken, ervaringen en
gevoelens. Daarbij heb ik me, net als in eerdere werken, laten leiden door de
traditionele muziek van Andalusië. Maar er is meer, want melancholie en
mysterie spelen ook een rol in de muziek.’
Misschien zijn het die laatste twee die van de tuinen van
Spanje het doolhof van Falla maken.
Noches en los jardines de España, uitgevoerd door het Chicago Symphony Orchestra, met op de vleugel Daniel Barenboim
Eerder verscheen deze tekst in het programmaboekje van het voorjaarsconcert van Kamerorkest Pulcinella uit Utrecht