zondag 3 mei 2015

Klassiek op zondag: Manuel de Falla - Noches en los jardines de España (1909 – 1915)



Er is nogal wat aan de hand in de tuinen van Spanje. Dat gevoel bekruipt de luisteraar bij het horen van Noches en los jardines de España van de Spaanse componist Manuel de Falla (1876-1946). Er groeien rozenstruiken, jasmijn en sinaasappelbomen. Maar in het hoofd van de componist groeien ook distels, puntige takken en lange schaduwen als de avond valt. 

Het is 1909 als Falla in Parijs de eerste noten van de Noches op papier zet. Falla komt oorspronkelijk uit Andalusië, maar het Alhambra, waar het eerste deel van het stuk over gaat, heeft hij nog nooit gezien. Wel is hij gegrepen door een boek dat hij voor een paar francs gekocht heeft bij een kleine Spaanse boekhandel in Parijs. ‘Granada – Guía emocional’ heet het en hij leest het in één nacht uit. Volgens de schrijfster van dat boek wordt in die nacht de basis voor de Noches gelegd: ‘De volgende ochtend ontwaakte tegelijk met hem zijn inspiratie. De raderen begonnen te draaien en, hoewel ze verward en angstig klonken, dáár kwamen de melodieën van één van zijn beste werken, de Noches en los jardines de España. En ze lieten hem niet meer los.’

Dat laatste klopt in ieder geval. Want de eerstvolgende jaren blijft Falla werken aan zijn Noches. Tussendoor vlucht hij bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog van Frankrijk terug naar Spanje. Kennelijk gaat dat met grote haast, want het gerucht gaat dat hij onderweg zijn toupet verliest. Na wat omzwervingen komt Falla uiteindelijk in Sitges terecht, de kustplaats bij Barcelona. Daar legt hij in 1915 de laatste hand aan het stuk. De eerste uitvoering ervan is op 9 april 1916 in Madrid.

Falla neemt de luisteraar mee naar drie tuinen in Spanje. De reis begint in de Generalife, de tuin bij het Alhambra in Granada. En hij eindigt in een tuin in de bergachtige streek rond Cordoba. De tuin daar tussenin is niet te herleiden tot een geografische plek. 

Hoe lieflijk de eerste gedachte aan een Spaanse tuin ook mag zijn, zo’n plek is het niet voor Falla. In de Generalife heeft de avond iets onheilspellends. De ondergaande zon zet de bloemen en struiken in het avondlicht, maar tegelijk zijn hun geuren zwaar en lijkt er een onrustige nacht in aantocht. In de tweede tuin is die nacht gevallen. Wolken jagen langs de hemel en de waanbeelden van de nacht buitelen over elkaar heen. In de loop van het derde deel keert de rust terug. De piano zingt steeds vaker en zekerder haar eigen lied, de gejaagdheid verdwijnt. Maar wie het bergachtige landschap rond Cordoba kent weet dat ook de opgaande zon er geen lieflijk panorama in de ochtendnevel van maakt. 

Falla zelf zei over de Noches, die hij beschouwde als een serie symfonische schetsen: ‘Ik heb de muziek voor geen ander doel gecomponeerd dan het oproepen van plekken, ervaringen en gevoelens. Daarbij heb ik me, net als in eerdere werken, laten leiden door de traditionele muziek van Andalusië. Maar er is meer, want melancholie en mysterie spelen ook een rol in de muziek.’

Misschien zijn het die laatste twee die van de tuinen van Spanje het doolhof van Falla maken.



Noches en los jardines de España, uitgevoerd door het Chicago Symphony Orchestra, met op de vleugel Daniel Barenboim


Eerder verscheen deze tekst in het programmaboekje van het voorjaarsconcert van Kamerorkest Pulcinella uit Utrecht

Geen opmerkingen:

Een reactie posten