maandag 14 september 2015

Terug in Utrecht



Zo schrijf je op een nazomerse zondagavond in Berlijn over je tijdelijke terugkeer in die wereldstad. En zo is het zomaar twee weken later. Want zo lang was ik weg. De lengte van een doorsnee vakantie. En toch voelt het alsof ik zeker twee jaar weg ben geweest.

Want vanaf het moment dat ik landde op Tegel stond ik ‘aan’. Ik kwam om te werken, en er wás werk. Heel veel werk, dat via een metershoge stapel kranten die eerste zondag al mijn huis binnen denderde. Zoveel verhalen, zoveel ontwikkelingen, zoveel onverwachte wendingen en zoveel telefoontjes dat het nauwelijks bij te benen was. De journalistieke adrenaline die dat opriep was verslavend lekker. De nachten dat ik plotseling wakker schrok uit een droomloze slaap waren dat niet. 

Maar zoals ik plotseling midden in het nieuws stond, stond ik al even abrupt ook weer in mijn oude stad. O, oké, ik fiets weer over de Tucholskystrasse. En zonder helm en fluorescerende hulpstukken fiets ik nog altijd beter dan de gemiddelde Berlijner. O, oké, ik sta weer in de Rewe waar ik in 2007 met L. spullen kocht om taart te bakken. O, oké, ik fiets langs de Rijksdag, over Unter den Linden en de Alex. Alsof ik nooit ben weg geweest. En toch ook weer wel. Want alles is er nog.  Maar alles is anders.

Twee weken die vergleden in een roes. Alsof ik even uit de tijd stapte. In een tunnel van nieuw werk in een oude stad. Terwijl de zomer langzaam veranderde in de herfst, en mijn rug in een zeurend kind. Bij het binnenrijden van Utrecht gisteravond kwam de ontnuchtering. Hé, opeens was alles weer normaal. Alsof het altijd zo geweest was.

Toch is dat niet zo, al was het maar omdat ik een aantal grenzen blijvend verlegd heb. Ik heb nieuwe kanten van mijn werk ontdekt, in een ander land en een andere taal. Op een plek die altijd boeit en met kanten die niemand vermoed had. Al was het maar omdat ik op een artikel met als thema ‘Ohne Holland fahr’n wir zur EM’ vooraf nog wel het minst gerekend had. En voor het eerst sinds mijn rugproblemen ben ik weer zo’n onbestemd avontuur ingestapt. Het was niet altijd even makkelijk, maar ik héb het gedaan. Dat is misschien nog wel de grootste winst. 

Zodat ik, heel moe maar ook met een heel bijzonder gevoel, op zomaar een herfstige maandagavond in september terugkijk op twee jaar die twee weken waren. Met pepernoten. Want die hebben ze in Berlijn dan weer niet.