vrijdag 22 maart 2013

Onze opa's en oma's

In Berlijn kwam ik de Tweede Wereldoorlog ooit wel op een heel bijzondere manier tegen. Het was vrijdagavond, bij ons thuis was een feestje en opeens stelde huisgenoot N. de volgende vraag: “Maar wat zou jouw opa er dan van vinden als je met een Duitser thuiskwam?”

Pardon? Hoezo zou mijn opa, zaliger gedachtenis inmiddels, daar wat van moeten vinden? Nou vond-ie wel eens ergens wat van, maar of iemand Duits was hoorde geloof ik niet direct bij zijn verder vrij indrukwekkende eisenlijst voor partners van kleinkinderen. En waarom zou dat überhaupt nog een thema moeten zijn, ongeveer 70 jaar later?

Daar komen we precies op het punt waarin jonge Duitsers verschillen van jonge Nederlanders. Ze gaan echt niet gebukt onder een juk van schuld en boete door het leven. Maar als kleinkinderen van een ‘schuldige generatie’, op school doodgegooid met dat besef, is de oorlog uiteindelijk ook voor jonge Duitsers nog altijd niet voorbij.

Toch is-ie dat over niet al te lange tijd wel, simpelweg omdat dan niemand meer leeft die er nog uit eigen ervaring over kan vertellen. Daarom investeerde de Duitse publieke omroep ZDF het enorme bedrag van 15 miljoen euro in de afgelopen week uitgezonden miniserie 'Unsere Mütter, unsere Väter'. Daarin gaat het om vijf doodgewone Duitse jongeren, en hoe de oorlog hun leven voor altijd veranderde. Doel van de ZDF was, naast fraaie kijkcijfers en een flinke loftrompet, om de generaties nog één keer in gesprek te brengen rond die ene vraag: ‘Opa, hoe was dat nou zo, in de oorlog?’

Dat doel is bereikt. Inderdaad heeft de serie een recordaantal kijkers getrokken, zeven miljoen, en inderdaad zijn er flink wat complimenten uitgedeeld voor de regie, het scrip t en de manier waarop er is gefilmd. Maar het gesprek tussen de generaties is ook op gang gekomen, blijkt uit talloze tweets, ingezonden brieven en radiouitzendingen met luisteraarsverhalen. Daar hoorde ik een vrouw vertellen dat oma opeens  had verteld dat ze wel degelijk wist wat er met de joden gebeurde. Wat deden die volgepakte treinen anders wekelijks op het dorpsstation? De familie had haar met open mond aangekeken.

Maar kritiek is er ook. Want ja, die schuldvraag hè? Gaan we nu opeens beweren dat onze ouders het ook niet makkelijk hadden of zo? Willen we voor het gemak even niet vergeten dat het toevallig wel Duitsland was dat met de oorlog begon? Waarom vertelt de serie mij niet dat oorlog een keuze is, en geen toestand waarin je nou eenmaal verzeild kunt raken? Kennelijk is het voor sommige Duitsers nog altijd niet makkelijk om het zonder vooraf opgelegd moreel kader over de oorlog te hebben.

Zelf vond ik de serie vooral erg goed gemaakt. Een verhaal met vaart, heel goed gefilmd en soms zo direct dat het wel een Amerikaanse productie leek. En dat er eens geen moreel kader was (trouwens, hoezo niet? want er waren natuurlijk wel tig duidende documentaires en talkshows omheen geprogrammeerd) vond ik wel verfrissend. Want inderdaad, het zijn de opa’s en oma’s van een heel land, die allemaal op hun eigen manier iets hebben meegemaakt. Vaak iets waar ze inderdaad schuldig aan zijn, bewust of onbewust. Maar vaak ook als mensen die in de gegeven omstandigheden weinig keuze hadden. En die ook liever thuis hadden gezeten, als iemand het ze gevraagd had.

De vraag van huisgenoot N. was een halfjaar later overigens nog bijna actueel geworden. Toch heb ik hem nooit aan opa hoeven voorstellen. Maar met de oorlog had dat gelukkig niets te maken.


Dit stuk is een bewerking van mijn bijdrage aan het weblog Berlijn op de website van de NOS

Geen opmerkingen:

Een reactie posten