zondag 13 januari 2019

Gelezen: Het einde van de eenzaamheid – Benedict Wells


Met mijn hoofd was ik al in het vliegtuig en verder, toen ik een paar dagen voor mijn vertrek naar Brazilië bij de masseuse was. ‘Neem je wel wat te lezen mee op reis?’, vroeg ze, waarop ik antwoorde dat ik van plan was twee Dwarsliggers mee te nemen, van die mini-boeken. Ze liep haar woonkamer binnen en kwam terug met Het einde van de eenzaamheid van Benedict Wells. ‘Hier, neem deze ook maar mee, prachtig boek. En als er koffie overheen gaat, dan zij dat maar zo.’

Omdat het inpakken van mijn koffer een strijd tegen de 23 kilo was ging Het einde van de eenzaamheid mee in de handbagage: twee Dwarsliggers wegen minder dan een boek van normaal formaat. En hoewel ik de twaalf uur boven de oceaan meer met kletsen en spelletjes doen heb doorgebracht dan met lezen, ben ik toch blij dat dit de boekenverdeling was. Want de grofweg vijftig pagina’s die ik stuksloeg in het vliegtuig trokken me een bijzonder verhaal in. En zorgden ervoor dat ik in de drie weken die volgden, hoe gek de dag er ook uitzag of hoe laat het ook was geworden, óók nog even wilde lezen. 

In Het einde van de eenzaamheid gaat het om Jules Moreau en zijn jeugdliefde Alva. Als de ouders van Jules omkomen bij een verkeersongeval komt hij samen met zijn oudere broer en zus in een internaat terecht. Daar ontmoet hij Alva. De twee worden vrienden en willen samen de wereld in, tot die ene avond kort na het eindexamen alles stukmaakt wat er op dat moment is. Jules worstelt zich alleen een weg door het leven verder, net als zijn oudere broer en zus: de wond die het verlies van hun ouders heeft geslagen is nooit goed genezen. Vele jaren later ontmoeten Jules en Alva elkaar opnieuw en lijkt het alsof het leven waarvan beiden niet meer durfden dromen opeens toch begint. Tot op een dag natuurlijk alles weer helemaal anders wordt.

Wat een contrast eigenlijk, zo’n licht geschreven zwaar verhaal te midden van de vele mooie mensen waarmee ik op reis was, in dat bijzondere Brazilië, waar ik zong en danste en talloze nieuwe indrukken opdeed. En toch paste Het einde van de eenzaamheid eigenlijk prachtig in dat decor. Want zeker het eerste deel van de reis was er ook plaats voor gesprekken over dezelfde zaken van het hart, de mooie en de worstelige, waar het in Het einde van de eenzaamheid over gaat. Daarnaast heb ik gemerkt dat, hoeveel mensen ik ook om me heen heb, ik eerst en vooral met mezelf op reis ben. Of dat nou in het dagelijks leven is of aan de andere kant van de evenaar. En dat dat zowel heel fijn als soms ook best eenzaam kan zijn.

Tegen het einde van het boek betoogt Jules dat iedereen uiteindelijk de architect van zijn eigen leven is, hoeveel shit hij door de omstandigheden ook in zijn tuin gestort krijgt. Ik las het de avond voor mijn terugvlucht naar Nederland en was het niet helemaal met hem eens: in sommige tuinen wordt te vaak en teveel shit uitgestort zonder dat iemand er iets aan kan doen. Tegelijk heb je soms de potloden en passers van de architect tot je beschikking – poepschep en emmer zijn na het voorgaande taalgebruik misschien beter materieel - om er toch zoveel mogelijk je eigen tuin van te maken. De reis die achter me lag, die drie weken durende achtbaan van mensen, plekken en gebeurtenissen, was er een voorbeeld van. Om van het leven in Nederland nog maar te zwijgen.

Tevreden sloeg ik het boek dicht. Wat pasten een prachtig boek en een prachtige reis wonderlijk goed bij elkaar. Nog even lag ik na te denken, tot ik een paar uur later opeens door de wekker werd gestoord. Het was 05.30 ’s morgens in Paraty, tijd om aan de terugreis naar Nederland te beginnen.

Benedicht Wells
Het einde van de eenzaamheid
Uitgeverij Meulenhoff
ISBN 978-90-290-9245-6



Geen opmerkingen:

Een reactie posten