Al eerder schreef ik over mensen die er altijd zijn, totdat
dat op een dag niet meer zo is. Dat gold jarenlang ook voor een stem. Die van
Jean Nelissen. In de jaren dat ik wielrennen nog helemaal niet zo interessant
vond kabbelde zijn stem tijdens de zomervakantie urenlang door de huiskamer.
Daarmee hoort de stem van Jean Nelissen net zo bij de zomervakantie als de geur
van zonnebrandcrème.
Mijn vader kende bovendien iemand die hem nog kende. Die ook
gewerkt had in de Limburgse krantenwereld. En die wist te vertellen dat
Nelissen op de redactie van De Limburger nog het beste te omschrijven was als
een huistiran. Jean Nelissen wás de krant. En wie dat niet kon hebben had een
probleem.
Het verhaal van de kennis past bij het beeld dat naar voren
komt in Jean, dat ik las op de
stranden van Ibiza. Een man die werd gedreven door een enorme drift om te
scoren. Op de eerste plaats in de journalistiek. Van ’s morgens vroeg tot ’s
avonds laat, altijd was er het nieuws. Dat hij boven tafel kreeg, ook al was de primeur
eigenlijk van een collega. Tot en met een foto bij het bewuste artikel aan toe.
Maar ook in zijn persoonlijke leven zat de onstuitbare drift
om iemand te zijn. Iemand die meer was dan een jongen uit de mijnkolonie
Geleen. En dus waren daar de vrouwen. En de sigaren. En zelfs een kasteel met
een waakhond die zo vals was dat een bevriende collega eens drie kwartier
stokstijf moest blijven zitten, omdat de hond zijn bek als een wielklem om zijn
pols had gelegd.
What goes
up, must echter ook comes down. Jean Nelissen werd niet alleen gedreven
door het nieuws, en door de wil om iemand te zijn. Ook de drank was een belangrijke
motor in zijn leven. De jenever maakte van zijn laatste jaren niet zijn beste. Ik
las dat het alweer 2010 was dat hij overleed, langer geleden dan ik mij kon
herinneren.
Wat mooi is aan het boek van Jungmann is dat het dubbel
fascinerend is. Fascinerend 1 omdat het leven van ‘De Neel’ zo fascinerend is.
Wie koopt er nou een kasteel? Wie gaat er nou tientallen jaren als verslaggever
naar de Tour? En wie valt aan het einde van zijn leven nou zo diep?
Fascinerend 2 is de fascinatie van Jungmann zelf. Talloze
gesprekken heeft hij gevoerd, met iedereen die Jean Nelissen maar kende en die
over hem wilde vertellen – dat is niet noodzakelijkerwijs hetzelfde. Alles om
erachter te komen wie Jean Nelissen was. De vraag blijft open of hij het eigenlijk
zelf wel wist.
Aan de stranden van Ibiza kregen de zomerstem uit mijn jeugd en de man uit het verhaal van de kennis meer profiel. Of het zo’n mooi profiel
is kan je je afvragen. Even fascinerend als tragisch is het wel. En in zijn
hang naar het mondaine en de schone schijn, was het Jean op Ibiza misschien ook
wel goed bevallen. Ik heb alvast een stoel voor hem uitgezocht.
Bart Jungmann
Jean
240 pagina´s. Uitgeverij De Muur
ISBN 978-94-623-1016-2
Geen opmerkingen:
Een reactie posten