Ik weet al niet eens meer waarom ik eigenlijk opstond.
Misschien moest ik naar de wc, of wilde iets pakken uit de keuken. Maar ergens
in de weg omhoog vanaf de bank ging het mis. Er was een pijnscheut en ik kon
niet meer voor- of achteruit. Toen ik me door de pijn heen toch een soort van
omhoog geworsteld had, stond ik scheef.
Waarom iets anders is als het vijf of tien jaar geleden is,
in plaats van drie of zeven, weet ik niet. Het is ook niet dat ik bij die ronde
getallen meer gevoel heb dan bij die andere. Maar mede vanwege alle terechte
aandacht voor de herdenking van de ramp met de MH17 afgelopen week, ontkom ik
niet aan diezelfde vijf jaar voor mijn rugblessure. Mijn vader had me net
opgehaald in Utrecht voor een paar dagen slapen op hele zware pijnstillers in Arnhem,
toen de eerste berichten binnenkwamen via Radio Tour de France.
Tot ik zo door mijn rug ging als in 2014 wist ik niet
hoeveel pijn een mens kon hebben. Die eerste dagen waren het ergst, en de
pillencocktail in Arnhem zorgde dan ook voor een zalige verdoving. Prettige
bijvangst was dat ik daarna ook weer rechtop stond, en in gedachten het
commentaar van Hans van Zetten bij de gouden Olympische turnoefening van Epke
Zonderland hoorde.
Maar daarmee was ik er nog niet. Het zou uiteindelijk
anderhalf jaar duren voordat ik wezenlijke verbetering merkte. Natuurlijk, in
de tussenliggende tijd werd de pijn echt wel minder dan in het begin. Maar het
kwam ook altijd weer terug. Hoeveel ik er ook tegenaan trainde bij de
fysiotherapeut. De doorbraak kwam pas toen ik me in het najaar van 2015
letterlijk neerlegde bij de situatie zoals die was: ik ging erbij liggen. Elke
twee uur een kwartier, of ik nou thuis, op mijn werk of op een feestje was. En
verrek, wat in alle maanden daarvoor nauwelijks gebeurd was, gebeurde nu wel:
de pijn werd al na een paar weken minder. Tot ik ergens in de loop van 2016
zover was dat ik de rustpauzes kon loslaten.
Al dat liggen bleek ook een rustpauze voor mijn geest. Wie
lange tijd last heeft van een bepaalde ziekte of klacht, wordt daar op zeker
moment ook mentaal door besmet. Ik bleek daarop geen uitzondering. Het vele
liggen, zonder te mogen pielen op mijn telefoon of iets anders dat afleidt,
bleek te helpen bij het doorbreken van de piekercirkel waarin ik terecht was
gekomen. Eerst niet, toen werd het gevecht met mijn gedachten alleen maar
erger. Maar na een tijdje werd dat minder. Tot de kwartiertjes rust zelfs
prettige onderbrekingen werden, momenten om fysiek en mentaal op te laden.
Vijf jaar later stel ik vast dat mijn leven blijvend
veranderd is na de rugblessure. De pijn is veranderd in een vaag zeurend gevoel
dat goed te verdragen is, maar is er dus nog steeds. Een slecht bed, lange
autorit of net even verkeerd opstaan uit mijn stoel kan mijn rug nog steeds
ontregelen. Tenslotte is viool spelen blijvend verleden tijd, en staan ideeën
om te gaan tennissen of wielrennen waarschijnlijk voor altijd in de ijskast.
Tegelijk is er ook winst. De rugblessure veegde vijf jaar
geleden mijn agenda in één klap leeg, voor maanden. Waardoor ik erachter kwam
dat dat volgepropte jakkerleven waarin ik verzeild geraakt was helemaal mijn
ding niet was. En mentaal heb ik ook bijgeleerd. Ja, ik kan diep wegzakken en
het is ook niet dat dat sindsdien niet meer is gebeurd. Maar ik heb veel
bijgeleerd over leven met alles wat er is, met pijn aan de ene kant, en een
feestje, kop goede koffie of mooie zonsondergang daarnaast. En ik leer nog elke
dag bij.
Als ik dit stuk heel Amerikaans zou willen eindigen, komt nu
de vaststelling dat de rugblessure het beste is dat me ooit is overkomen. My
ass: alle pijn, fysiek en mentaal, had ik graag overgeslagen. Maar vijf jaar
later heb ik mijn leven weer terug, met spijtige aanpassingen én goede
verbeteringen. Dat is wat het is, en dat is toch veel om dankbaar voor te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten