Gisteravond liep ik er weer langs, langs die muurschildering
bij mij om de hoek: ‘Een straat in de zon, en uit een open raam je
lievelingsmuziek.’ Een prachtige tekst vind ik dat. Je voelt de warmte van een
zwoele zomeravond. Van alle hoop en verwachting die altijd kleven aan die mooiste
maanden van het jaar.
Mijn voorjaar leek de perfecte aanloop naar zo’n zomer als
in die tekst. De lente was er vroeg bij. Oranje leek tegen alle verwachtingen
in wereldkampioen te worden. Eindelijk waren daar de hakken waarop ik al sinds
1 januari mijn goede voornemen van dit jaar wilde inlossen. Opeens was hij er
ook.
Totdat de klad erin kwam. Oranje strandde in de halve
finale. In korte tijd was ik veel te vaak veel te ver van huis. En de
verbinding tussen hem en mij begon te storen, totdat-ie uiteindelijk wegviel.
Het was in die dagen dat mijn nieuwe hakken me het laatste
zetje gaven. Dansen in een park in Brighton ging nog net, maar eenmaal
thuisgekomen stond ik zo scheef als de toren van Pisa. Opeens bestonden de
dagen uit liggen en pijn. Terwijl mijn vrienden het terras op gingen legde ik
therapeutisch maar weer eens mijn been in mijn nek. En toen Ulysses uitkeek
over de Cliffs of Moher keek ik nog steeds naar het plafond. Om onduidelijke redenen steken er twee
schroeven uit.
Twee maanden pijn, twee maanden helemaal niks. Toch was het
geen verloren tijd. Want nog nooit zag ik zoveel van de stad als tijdens mijn
zomerse hernia-wandelingen. De Domtoren in de avondzon. Vrolijk zwaaiende peuters.
Dat echtpaar dat ’s avonds zo knus op de bank zit. De reiger bij de vijver in
het park. En altijd wel ergens dat open raam en die muziek.
Voeg daarbij de vele gesprekken op de rand van mijn bed.
Over de boodschappen die ik nodig heb of het kleurboek voor volwassenen (nee,
het is niet belachelijk!). Maar ook over hoe het was om te werken tijdens de
ramp met de MH17. En over de vaststelling dat de wereld soms niet draait zoals
je zou willen. Die schroeven in het plafond veranderden daar niks aan.
Maar waardevolle gesprekken waren het wel.
Inmiddels gaat het heel langzaam beter. Minder pijn. Halve dagen werken. Af en toe weer een kop koffie in een café. Ik,
hater van kou en sneeuw, kan niet wachten tot de winter, als ik hopelijk mijn
normale leven weer terug heb. Huppelend als een jonge hinde op snowboots, met
in mijn achterhoofd de vele onverwacht bijzondere momenten uit de zomer van
2014.
Dag zomer! Als je volgend jaar weer terugkomt doe ik weer
met je mee.
Maar voortaan wel op slippers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten