Het was zo’n nacht.
Ze waren allebei zonder jas en zij leunde, met haar fiets
aan de hand, tegen zijn schouder.
Hun blikken waren zelfs vanaf een meter of vijftien, in het
schemerdonker, goed te begrijpen.
Naar hem of naar
haar?
Beetje jammer alleen, dat die verwachtingsvolle stilte van
de late nacht zo ruw werd doorbroken door die vrouw met die bril en die
krullen, die met haar knalrode Greenwheels-auto keihard over een stalen plaat
reed.
Duizend maal sorry daarvoor.
Toch vind ik deze dag, met zo'n zonsopgang, nog alleszins
hoopvol voor ons allen.
In het bijzonder voor hen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten