Bijna 2500 kilometer lang is-ie, de bergketen met de naam
Appalachen, die loopt van Alabama in de Verenigde Staten tot Newfoundland in
Canada. Uit de verhalen en foto’s van mensen die de Appalachian Trail hebben
gewandeld blijkt dat het er paradijselijk mooi moet zijn: uitzichten over
bergtoppen en dennenbossen worden afgewisseld met beelden van meren en
watervallen. Na afloop van uitvoeringen van de Appalachian Spring kwamen kenners van het gebied dan ook regelmatig
naar Aaron Copland (1900 – 1990) toe: ‘Bedankt meneer Copland, zoals u het
gecomponeerd heeft, zo is het precies.’
Copland zal er inwendig wel om gelachen hebben. Want anders
dan de naam doet vermoeden heeft het stuk niets met de Appalachen te maken. De
oorsprong ervan ligt bij choreografe Martha Graham. Zij stuurt Copland in 1942
de aanzetten voor een nieuw ballet met de vraag of hij er muziek bij wil
schrijven.
Copland gaat ermee aan de slag en componeert de muziek in
Hollywood, Mexico en Massachusetts. In 1944 is hij klaar en overhandigt Graham
het stuk met de naam ‘Ballet for Martha’. Zonder haar initiatief was het er
immers nooit gekomen. Als Copland Graham ziet bij de laatste repetitie van het
stuk, in oktober 1944, ziet hij dat ze de naam veranderd heeft in Appalachian Spring. ‘Waarom heb je dat
gedaan?’, vraagt Copland. ‘Ik werd geïnspireerd door een gedicht dat niets met
het ballet te maken heeft. Ik vond het zo mooi klinken’, antwoordt Graham.
In het ballet staan de Amerikaanse pioniers uit de negentiende
eeuw centraal. Ze vieren feest nadat ze ergens in Pennsylvania een boerderij
hebben gebouwd. Een specifiek element dat verwijst naar die tijd is het
Amerikaanse volksliedje ‘Simple Gifts’ dat meermaals terugkomt in het stuk.
De oorspronkelijke versie van Appalachian Spring is geschreven voor 13 instrumenten: meer mensen
pasten er niet in de orkestbak van het theater waar de première zou plaatsvinden.
Vanaf 1945 bewerkt Copland het stuk een aantal keer zodanig, dat het ook
uitgevoerd kan worden door een heel orkest. Iets dat Copland niet kon vermoeden
toen hij in 1943 aan het componeren sloeg: ‘Toen dacht ik aan niets anders dan
aan een ballet. En of de muziek daarvan daarna nog een eigen leven gaat leiden
is altijd maar afwachten. Inmiddels zijn er twee versies, die van het ballet en
die voor het orkest. En ik hou van allebei evenveel.’
Appalachian Spring, uitgevoerd in kleine bezetting door de jonge musici van Sydney Camerata
Eerder verscheen deze tekst in het programmaboekje van het voorjaarsconcert van Kamerorkest Pulcinella uit Utrecht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten