Nieuws is in de eerste plaats actueel, maar voor mij soms
ook een reis terug in de tijd. Al die verhalen over de eindexamens bijvoorbeeld.
De afgelopen week vond ik mezelf in gedachten meermaals terug in een gymzaal in
Hengelo. Er groeide een plant uit de muur. En ik zat schuin achter de Lange
Jongen.
Van mijn eindexamenjaar, 11 jaar geleden inmiddels, weet ik
bijna alles nog. Dat komt door de grote gebeurtenissen in dat jaar: twee
vliegtuigen boorden zich in het World Trade Center in New York, en ruim een
halfjaar later werd Pim Fortuyn vermoord. De wereld leek op drift. En mijn
eigen kleine wereld was dat ook. Ik bleef maar twijfelen over wat ik moest gaan
studeren, en waar. Voorzichtig kwam ik uit de ongemakkelijke maar tegelijk
veilige schulp waar ik al jaren in zat, die van het meisje dat nooit om een
grap verlegen zat, maar ondertussen dodelijk onzeker was over haar uiterlijk.
En voor het eerst werd ik echt verliefd. Op de Lange Jongen.
Die, voordat dat gebeurde, al ruim twee jaar bij me in de
klas zat zonder me ooit te zijn opgevallen. Maar in 6VWO werd opeens alles
anders. In het licht van het naderende, definitieve afscheid leek de
examengroep met de dag hechter te worden. En anarchistischer. Tegen de al maar
langere lijst spijbelaars viel door de school niet meer op te straffen. Met een
groep eigenwijze feestneuzen die toch nergens naar luisterden had dat ook
helemaal geen zin. Het was in dat decor van feestjes, voetbal en dwars door
alle lessen heen kletsen dat ik als een blok viel voor de niet aanwezige
charmes van de Lange Jongen.
Want die, moet je achteraf vaststellen, was niets meer dan
zichzelf: nuchter, op de achtergrond, met hier en daar een gevatte opmerking.
Dat-ie mij heel aardig vond was zonneklaar. Voor de rest was ik aangewezen op
het hiërogliefen lezen dat de liefde ook nu nog zo vaak is: dat-ie daarnet
eerst zijn rechter wenkbrauw optrok en toen zijn linker, zou-ie daar nou wat
mee bedoeld hebben? Tijdens ons laatste grote feest voor het examen, ergens in
een weiland bij Beckum, bleek van niet. De nachtelijke fietstocht terug naar
huis vergleed in een waas van tranen.
En toen moest het examen nog komen. Kennelijk heb ik daar de
methode ontwikkeld die mij ook nu nog vertrouwd is als ik iets of iemand zo
snel mogelijk wil vergeten: heel hard werken. Maar alle ingestampte
onregelmatige Latijnse werkwoorden en economische formules ten spijt, tegen één
ding hielp dat niet. Want dankzij de verplichte opstelling van de tafeltjes in
de gymzaal zat ik aan het derde of vierde tafeltje van voren. Met rechts voor
mij de Lange Jongen.
Toch heeft dat mijn examenresultaten niet beïnvloed, of het
zou zelfs ten goede moeten zijn. Regelmatig zat ik daar, moedeloos naar rechts
starend en tegelijkertijd kennelijk toch in staat om mijn hoofd bij het examen
geschiedenis te houden. Ik slaagde met goede cijfers. En met mijn vertrek naar
Groningen verdween de Lange Jongen uit mijn leven. Sinds ik mijn diploma kreeg
heb ik hem nauwelijks nog gezien. Sommige problemen lossen zich vanzelf weer
op.
En komen pas terug dankzij het nieuws, nu als een bijna
nostalgische herinnering. Zelfs als het gaat om die rare gevoelsmix van
euforie, spanning en hartenpijn. Misschien omdat het bij nader inzien allemaal
zo existentieel niet was. Of omdat er later nog wel zwaardere examens zouden
komen, ook als het gaat om lange jongens.
Met de vandaag nog weer groter geworden examenfraude heeft dat allemaal niets te maken. Die is vooral heel dom van de daders, en exteem vervelend voor de slachtoffers ervan. 't Laat wel zien dat nieuws soms tegelijk heel groot en ook heel klein is. En over nu gaat, en over toen. Nog een van de mooie kanten van mijn vak.
Met de vandaag nog weer groter geworden examenfraude heeft dat allemaal niets te maken. Die is vooral heel dom van de daders, en exteem vervelend voor de slachtoffers ervan. 't Laat wel zien dat nieuws soms tegelijk heel groot en ook heel klein is. En over nu gaat, en over toen. Nog een van de mooie kanten van mijn vak.